Op Tweede Paasdag vindt in Ommen (Overijssel) al ruim honderd jaar de traditie plaats van eiertikken. Op het plein vlakbij de Vecht verzamelt zich publiek. In grote kisten worden gekookte eieren aangevoerd. Die eieren worden verkocht aan het publiek. En na een startsein gaan de deelnemers met elkaar een ei tikken. Het is een spontaan spel. Degene wiens ei als eerste stuk gaat heeft verloren en moet het ei inleveren bij de tegenstander.
Deze typische Ommer traditie begon rond 1900 uit een creatieve ingeving onder armoedige omstandigheden. Gerrit-Jan Martens wilde rond Pasen eieren verkopen en raakte zijn handel niet kwijt. Hij bedacht het tikken van de eieren om zijn eieren aan voorbijgangers te slijten.
Het eiertikken wordt nog altijd door dezelfde familie in ere gehouden: familie Martens. Erwin en zijn zoon Vincent en dochter Madelaine organiseren jaarlijks het evenement. Het trekt 350 tot 400 mensen op de ochtend van Tweede Paasdag. Er worden zo'n tweeduizend gekookte eieren verkocht en getikt door bezoekers van alle generaties: kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen.
Het is levend erfgoed omdat het na ruim 120 jaar nog altijd springlevend is en veel bezoekers trekt naar Ommen. Het doel is om generaties te verbinden op een speelse manier. Het is inmiddels familie-nostalgie en een stadstraditie in Ommen. De burgemeester opent het evenement. Het evenement gaat met de tijd mee: voorheen vond het plaats bij het uitgaan van de kerk, tegenwoordig op het horecaplein met een dweilorkest en een verloting.
