Voor het vertellen van verhalen zoekt een verteller allereerst een verhaal, uit de literatuur of de orale traditie (sprookjes, mythen, sagen, legenden). Verhalen kunnen echter ook gevonden worden door te luisteren naar andere vertellers, veel te lezen, zelf te schrijven vanuit je eigen fantasie en in het eigen leven.
Bij bestaande verhalen zal een verteller het verhaal bewerken en soms ook grondig herschrijven. Een verteller maakt zich daarna het verhaal eigen. Hij repeteert het verhaal al dan niet met feedback van luisteraars, collega-vertellers, een coach of regisseur.
Bij verhalen vertellen is de emotie, verbeeldingskracht, zintuiglijkheid, fantasie/creativiteit en het experimenteren van groot belang.
Bij het Verhalen Vertellen worden innerlijke beelden in de verbeelding van de luisteraar gecreëerd en vindt er een open en directe communicatie in twee richtingen plaats tussen de verteller en het publiek. Verhalen Vertellen maakt interactie mogelijk tussen de aanwezigen.
De verteller gaat met zijn verhaal naar zijn publiek. Dat kan op verschillende plekken zijn zoals (kleine) podia en theaters, Bibliotheken, scholen, Vertelfestivals, huiskamers, Storytrails, etc.
Het vertellen gebeurt altijd in het moment, in het hier en nu. Dat maakt dat als een verteller een verhaal vaker vertelt dit niet altijd met dezelfde woorden hoeft te gebeuren.