De Matthäus-Passion door de Nederlandse Bachvereniging in de Grote Kerk Naarden vindt de week voor Pasen, in de zogeheten Goede Week, plaats. Er zijn in die week vijf à zes uitvoeringen van het muziekstuk, waarvan er drie overdag plaatsvinden met een lange lunchpauze (Palmzondag, Goede Vrijdag en Stille Zaterdag). De overige uitvoeringen zijn 's avonds.
Het stuk wordt uitgevoerd door het koor en het orkest van de Nederlandse Bachvereniging. De muziek is van Johann Sebastian Bach en vertelt het lijdensverhaal van Jezus Christus. Dit lijdensverhaal is in de kerk ook op het beschilderde plafond afgebeeld, waardoor het muziekstuk en het decor één geheel vormen.
De muzikale leiding verschilt van jaar tot jaar, en daarmee ook de benadering van het werk. Zo wordt er bijna ieder jaar gewerkt met een andere bezetting, opstelling en muzikale opvatting. In totaal gaat het om zo'n 70 uitvoerenden op het podium. Iedere dirigent heeft een eigen visie en doet kleine aanpassingen op het stuk. Door deze open benadering gaan traditie en vernieuwing bij de Matthäus van de Nederlandse Bachvereniging hand in hand. De constante factor is de Nederlandse Bachvereniging, die steevast het ensemble en de zangers verzorgt, én de Grote Kerk Naarden als locatie. De kleinschaligheid van de uitvoeringen zorgt voor geborgenheid, een belangrijke kernwaarde van de traditie.
Een week voor de uitvoeringen starten beide organisaties in de kerk met de voorbereidingen. De repetitieperiode begint en alles wordt gereedgemaakt voor de concerten. Het werk bestaat uit twee delen met daartussen een pauze. Het werk zelf duurt een kleine drie uur en wordt altijd in z’n geheel uitgevoerd en niet, zoals dat vaker wel gebeurt, ingekort. Voor veel bezoekers zitten er een aantal muzikale hoogtepunten in het werk, zoals het openings- en slotkoor, en de beroemde aria "Erbarme dich".
Vlak voordat een uitvoering plaatsvindt, ontstaat rond de kerk een 'lint' van bezoekers: dit is in Naarden de bekende 'gang naar de Matthäus'. De uitvoering is voor veel mensen een moment waarbij ze elkaar weer treffen, en het is inmiddels verworden tot een familietraditie waarbij mensen die eerder als kind met hun grootouders de Matthäus bezochten, nu hun eigen (klein)kinderen meenemen.