Bijenhouden is het houden van honingbijen. In ruil voor het verzorgen van de bijen in korven of kasten, kan de bijenhouder of imker het teveel aan honing en was afnemen. Een bijenhouder zorgt voor de vitaliteit en gezondheid van de bijenvolken.
De bijenvolken moeten het hele jaar worden gecontroleerd op gezondheid en voldoende voedsel. Bijenvolken overwinteren als volk. In het voorjaar controleert de imker of de bijen gezond zijn gebleven. Als het volk zich in het voorjaar ontwikkelt en voortplant kan het zo groot worden dat de kast of korf te klein wordt. Het volk kan dan gaan zwermen om nieuwe woonruimte te vinden. De imker moet dit natuurlijke proces goed in de gaten houden om te voorkomen dat een zwerm zich elders vestigt. Er is dan geen imker die het volk kan verzorgen. Om dat te voorkomen, moet de imker op tijd een nieuwe kast bijplaatsen. Aan het eind van het seizoen, begin herfst, gaat het volk weer in winterrust. De imker moet controleren of er voldoende voedsel is om de winter door te komen en dit zo nodig aanvullen.
Bijen worden bedreigd door diverse ziekten en parasieten. Deze dienen te worden bestreden. Dat is gelukkig mogelijk met biologische middelen. Ook in de winter moet er bestrijding van parasieten plaatsvinden. Voortdurend moet de door de bijen zelf aangelegde voedselvoorraad worden gecontroleerd en zo nodig aangevuld.
Gedurende het hele jaar kunnen bijenvolken worden ingezet voor bestuiving in de land- en tuinbouw. Zowel voor de openlucht teelt als in de glastuinbouw. In de winter wordt het materiaal, de kasten en korven, gerepareerd en schoongemaakt. De imkers nemen deel aan nevenactiviteiten zoals korfvlechten, bijenproducten verwerken (was en honing), lezingen en cursussen bijwonen, imkerbijeenkomsten bezoeken. Bijenhouden vraagt het jaar rond de aandacht.