In 2012 ondertekende het Koninkrijk Nederland het 2003 UNESCO Verdrag. Sindsdien wordt er in Nederland, maar ook in het Nederlands Caribisch gebied (de landen Aruba, Sint Maarten en Curaçao en de openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius) gewerkt aan implementatie. In 2019 werd hier een extra impuls aan gegeven toen de ministers van alle vier de landen een intentieverklaring tekenden om verder samen te werken aan de uitvoering van het UNESCO Verdrag en de borging van immaterieel erfgoed. Een van de onderwerpen die hierin specifiek benoemd werden is werken aan een gezamenlijke nominatieprocedure voor een van de internationale UNESCO lijsten bij het Verdrag.
Voor nomineren vanuit (Europees) Nederland bestaat reeds een procedure: De Raad voor Cultuur adviseert de Minister van OCW over nominatie. De Raad voor Cultuur vraagt het Kenniscentrum welk immaterieel erfgoed uit de Inventaris hiervoor beschikbaar is. Het Kenniscentrum bevraagt hiervoor de gemeenschappen om vervolgens advies te geven aan het ministerie. Om te nomineren vanuit een van de Caribische gebiedsdelen is nog geen procedure.
Er wordt sinds 2019 gewerkt aan het vormgeven van een gezamenlijke procedure en in het kader hiervan komen van 13 t/m 17 februari mensen uit verschillende delen van het koninkrijk samen. De groep bestaat uit vertegenwoordigers van de eilanden (leden van de Dutch Caribbean ICH Platform, de Nationale Unesco Commissie en/of de lokale overheid) het ministerie van OCW, de Nederlandse Unesco Commissie en het Kenniscentrum. Het doel van de bijeenkomst is om overeenstemming te bereiken over de procedure en om een advies uit te brengen aan de ministers van alle landen van het Koninkrijk die verantwoordelijk zijn voor UNESCO en immaterieel erfgoed.
Naast het werken aan de gezamenlijke procedure komen ook de basisprincipes van het Verdrag en het inventariseren van immaterieel erfgoed aan de orde. Op de woensdag is er een breakdag en brengt de groep een bezoek aan het Openluchtmuseum in Arnhem. Hier maken ze kennis met immaterieel erfgoed in Nederland en het museum.
Op vrijdag 17 februari hopen we een goed advies te hebben voor de ministers, zodat er in de toekomst namens het hele Koninkrijk nominaties ingediend kunnen worden bij UNESCO lijsten voor immaterieel erfgoed.
Namens Nederland zijn nu het Ambacht van molenaar en Corsocultuur opgenomen op de Representatieve Lijst van Immaterieel Erfgoed van de Mensheid. Nederland sloot met de Valkerij aan bij een bestaand dossier van meerdere landen. Eind dit jaar bespreekt het Intergouvernementeel Comité van het Verdrag tijdens de jaarlijkse vergadering, dit jaar in Botswana, of Zomercarnaval kan worden opgenomen op de Representatieve Lijst. Ook wordt gesproken over de multinationale voordracht van de Traditionele bevloeiing van grasland, waar Nederland aan mee doet.