Veel onderdelen van de streekdracht van Marken zijn versierd met borduurwerk. De diverse borduurtechnieken zijn: het kleurrijke vrijborduurwerk (de wilde kleuren genoemd), Marker witwerk, stopwerk, utteren, kruissteekwerk en akertjes. Het kleurrijk vrijborduurwerk wordt toegepast op de rijglijven en middeltjes. Er zijn zowel wollen, daagse rijglijven en middeltjes die versierd worden met wollen borduurgaren, als zijden rijglijven, de pinkster- en bruidsrijglijven die met zijden garens versierd worden.
Onder het witwerk wordt het borduurwerk met witte katoenen garens op witte linnen stoffen verstaan. Bij het stopwerk worden in een bepaald schema horizontaal draden uit de linnen stof verwijderd. De hierdoor ontstane stroken worden versierd. Bij de borduurtechniek utteren worden er zowel horizontaal als verticaal draden uit de linnen stof verwijderd. Het ontstane raster wordt vervolgens met dun borduurgaren gevuld.
Het kruissteekwerk kan onderverdeeld worden in zwart en het rood met zwart kruissteekwerk. Bij het zwartborduurwerk wordt met zwart garen geborduurd. Traditioneel gebeurt dit op een strook linnen. Deze stroken werden onder de muts van de vrouw gedragen. Het zwart borduurwerk wordt eveneens toegepast op sierslopen en spreien. Zwart met rood kruissteekwerk wordt toegepast op onderdelen van kleding voor feestelijkheden, zoals halsboordjes en uiteinden van schortenbanden. Akertjes zijn kleine kwastjes die aan halsdoeken worden bevestigd.