Inspirerende vorm van borging: de corsokoepel
Het Register biedt een overzicht van inspirerende voorbeelden van borging van immaterieel erfgoed. Dit inspirerende voorbeeld is de Corsokoepel, een landelijke samenwerking.
De Corsokoepel is een samenwerkingsverband tussen bloemen- en fruitcorso’s in Nederland. De bijschrijving in de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland van enkele van deze corso’s was aanleiding voor meer onderling overleg, samenwerking en uiteindelijk ook voor de oprichting van de koepel. De Corsokoepel is een samenwerkingsverband en spreekbuis van de Nederlandse bloemen- en fruitcorso’s.
Sommige vormen van immaterieel erfgoed worden in Nederland op verschillende plekken beoefend op een vergelijkbare, maar unieke manier. Door contact met andere erfgoedgemeenschappen die bijvoorbeeld tegen dezelfde obstakels aanlopen, kunnen de gemeenschappen samen optrekken in de aanpak hiervan. Een belangrijk deel van de meerwaarde van de koepel is om de kleinere corso’s aan boord te halen en samenwerking te tussen grote en kleine corso’s te bewerkstelligen.
De vijf stappen die de Corsokoepel heeft genomen bij de oprichting, kunnen als inspirerend voorbeeld dienen voor andere vormen van immaterieel erfgoed, die ook een (landelijke) samenwerking op willen zetten. Naast de stappen van de Corsokoepel is de methodiek beschreven zodat je die zelf kunt uitvoeren. Aan het eind beantwoordt de Corsokoepel een aantal praktische vragen over het opzetten van een landelijke samenwerking.
Stappenplan van de Corsokoepel voor het opzetten van een landelijke samenwerking
Paul Bastiaansen, voorzitter van de Corsokoepel vertelt welke 5 stappen de corso's hebben genomen naar de oprichting van de Corsokoepel.
Stap 1 Corsokoepel: Begin van samenwerking - inventariseren en afbakenen
Stap 1: begin van samenwerking - inventariseren en afbakenen
Aanleiding
"De Corsokoepel is voortgevloeid uit een samenwerking van de grotere Nederlandse corso’s die al vroeg werden bijgeschreven in de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland. In de beginjaren van de Nederlandse inventaris, in 2012 en 2013, hebben de grotere Nederlandse corso’s de handen ineen geslagen om ernaar te streven dat de Nederlandse regering de corsotraditie voordraagt voor (een van) de internationale UNESCO Lijsten van Immaterieel Cultureel Erfgoed bij het 2003 UNESCO Verdrag."
Overeenkomsten
"Uit de gesprekken die deze corso’s onderling hadden, bleek al snel dat er veel parallellen zijn. Hoewel de corso’s een eigen couleur locale hebben, is er vooral veel herkenning van de bevlogenheid waarmee eenieder zich inzet voor zijn eigen corso. De corso’s zijn anders, maar de manier waarop elke corsogemeenschap zijn eigen corso koestert, is overal hetzelfde. Ook meer praktisch blijken er veel overeenkomsten te zijn. De problemen waar de organisaties tegenaan lopen, zijn veelal gelijkaardig."
2018: oprichting Corsokoepel
"Vanuit die gedachte is het niet meer dan logisch om een samenwerkingsverband op te starten. We spreken dezelfde taal, en we kunnen kennis en ideeën uitwisselen zodat we er samen sterker van worden. Dat leidde uiteindelijk in 2018 tot de officiële oprichting van de Stichting Corsokoepel, samenwerkingsverband en spreekbuis van alle Nederlandse corso’s."
Afbakenen en inventariseren
"Ook hier was het belangrijk om goed af te bakenen wie in de nieuwe samenwerkingsorganisatie te betrekken.
Een voorbeeld: bij de corso’s gaat het om bloemencorso’s, maar er is ook een fruitcorso. Corso’s zijn optochten van rijdende corsowagens, maar er zijn ook varende corso’s met gondels, en er zijn stilstaande bloemenmozaïeken. En wat is eigenlijk het verschil met allegorische optochten of carnavalsoptochten, die ook rijdende beelden zijn maar dan zonder bloemen of fruit?"
Stap 2 Corsokoepel: De kerngroep en eerste contacten
Stap 2: de kerngroep en eerste contacten
Grote en kleine corso’s
"De traditie van bloemen- en fruitcorso’s is breed gedragen in Nederland. Er zijn zo’n dertig corso’s verspreid over het land. Tien corso’s zijn bijgeschreven in de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland en het aantal bijgeschreven corso’s in het Netwerk blijft toenemen. Het is voor deelname aan de Corsokoepel niet verplicht om bijgeschreven te zijn in het Netwerk of de Inventaris; de samenwerking is juist (ook) zinvol voor kleinere vormen van het immaterieel erfgoed, die mogelijk nog geen borgingsplan gemaakt hebben."
Vertrouwen en eigenheid
"Bij de start van de koepelorganisatie mag er geen controverse zijn. Als bij een eerste inventarisatie onder de verschillende elementen van het immaterieel erfgoed blijkt dat de meningen sterk uiteen lopen, of dat de groep uiteen valt in twee kampen, dan is een samenwerking gedoemd te mislukken. Het is zaak dat de initiatiefnemers gezien worden als representatief en vertrouwen genieten. Dat betekent natuurlijk niet dat de immaterieel erfgoedelementen allemaal in dezelfde mal moeten passen. De corso’s hebben allemaal hun eigen identiteit en hun eigen couleur locale. De samenwerking tussen de corso’s moet dit juist stimuleren, en er niet toe leiden dat ze allemaal op elkaar gaan lijken."
Breed gedragen
"Het samenwerkingsverband leidt tot het besef dat de corsotraditie niet iets is wat op een paar losse plekken beleefd wordt. Voordat we gingen inventariseren hoeveel corso’s er eigenlijk zijn in Nederland, wist niemand van ons dat het zo’n breed gedragen, landelijke traditie is. Corsobouwen blijkt een soort van nationale hobby te zijn."
Stap 3 Corsokoepel: Doelstellingen formuleren
Stap 3: doelstellingen formuleren
Plannen maken
"Nadenken over de kansen en mogelijkheden, en over de risico’s en nadelen van samenwerken, is belangrijk om straks mogelijke sceptische vragen te beantwoorden. Anderzijds is het niet verstandig om in dit stadium de doelstellingen en activiteiten van de landelijke samenwerking al helemaal vast te leggen. Je hebt immers nog niet alle gemeenschappen benaderd, en die anderen hebben wellicht ook een mening of ideeën over hoe de samenwerking eruit moet komen te zien. Omdat de samenwerking op basis van gelijkwaardigheid is, is het belangrijk dat alle gemeenschappen hun zegje kunnen doen."
Kosten & baten
"Het is in dit stadium ook handig om althans enig beeld te krijgen van de kosten. Ga je een bijdrage vragen aan de deelnemende gemeenschappen? Zo ja, hoeveel ongeveer? Zo nee, hoe ga je de kosten van de samenwerking dan ophoesten? In dit prille stadium is het vooral belangrijk dát ze meedoen. Er zijn geen lidmaatschapskosten verbonden aan de Corsokoepel en nauwelijks verplichtingen.
Het is niet moeilijk om in het begin de kosten van de samenwerking laag te houden. Als je vergadert in het achterzaaltje van een café is iedereen begripvol als hij zijn eigen consumpties en reiskosten moet betalen. En dan kost een vergadering niets."
Borging
"De Corsokoepel heeft alles te maken met erfgoedzorg. Elkaar helpen om problemen op te lossen is zorgdragen voor je erfgoed. Elkaar motiveren en inspireren helpt erfgoed vooruit en versterkt het."
Doelstellingen
"De corso’s hebben samen de Corsokoepel opgericht, met de volgende doelstellingen:
- Kennis uitwisselen om van elkaar te leren (intern gericht). Waar nodig pakken we problemen gezamenlijk aan, zodat niet elk corso individueel hetzelfde probleem moet oplossen.
- De landelijke corsotraditie onder de aandacht brengen bij media, overheden en andere partijen (extern gericht). Het is landelijk weinig bekend over hoe breed de corsotraditie in Nederland is, en hoe waardevol het is voor de (lokale) gemeenschap. Door meer bekendheid te geven aan de breedte en waarde van de corso’s, worden de individuele corso’s geholpen."
Stap 4 Corsokoepel: De deelnemers benaderen
Stap 4: De deelnemers benaderen
Laagdrempelig
"De benaderde gemeenschappen die mee gaan doen in de samenwerking zullen in eerste instantie waarschijnlijk wel open staan voor samenwerking maar ook de kat uit de boom willen kijken. De samenwerking brengt immers extra werk met zich mee terwijl de meerwaarde niet direct duidelijk is. Voor ons was dat aanleiding om in ieder geval de deelname laagdrempelig te maken. Het belangrijkste is dat ze allemaal meedoen. Wel vragen we een vaste contactpersoon per corso die bereikbaar is per e-mail om nu en dan informatie aan te leveren. Daarnaast willen we ernaar streven dat de samenwerking al vrij snel tot concrete resultaten leidt, dat er activiteiten op touw worden gezet waar de deelnemers daadwerkelijk iets aan hebben. Zo raakt het bestaansrecht van de koepelorganisatie boven elke twijfel verheven."
Stap 5 Corsokoepel: Officiële oprichting en vertegenwoordiging
Stap 5: officiële oprichting en vertegenwoordiging
Stichting
"De Corsokoepel is een stichting. Het bestuur van de stichting bestaat momenteel uit vijf personen, van drie verschillende corso’s, en vergadert eens per twee maanden. Vanwege de afstand vergaderen we met Skype. Tweemaal per jaar is er een plenaire vergadering waarbij vertegenwoordigers van alle aangesloten corso’s zijn uitgenodigd. De plenaire vergaderingen vinden momenteel plaats bij het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland in Arnhem. Op deze manier houden we ook korte lijnen met het Kenniscentrum. Vanwege de afstand (Nederland blijkt toch best groot) is het voor veel corso’s een probleem om erbij te zijn. Ook bij de plenaire vergaderingen onderzoeken we de mogelijkheid om van afstand deel te nemen met Skype of conference calling?"
Raad van aangeslotenen
"Alle aangesloten corso’s zijn vertegenwoordigd in de Corsokoepel doordat ze deel uitmaken van een Raad van Aangeslotenen. Enerzijds moeten de corso’s formeel vertegenwoordigd zijn in de Corsokoepel; de koepel spreekt en handelt immers namens het corso. Anderzijds mag die vertegenwoordiging niet te sterk zijn omdat het bestuur van de Corsokoepel anders voor alles toestemming moet vragen en niet slagvaardig kan optreden. De Raad van Aangeslotenen is een juridische constructie die een mooie middenweg biedt in dit dilemma: ze kan gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen en heeft een formele status, maar het bestuur van de stichting kan wel zelfstandig besluiten nemen. De statuten van deze stichting kunnen als voorbeeld en inspiratie dienen."
Corsocongres
"De belangrijkste activiteit van het Corsokoepel is het jaarlijkse corsocongres, bij toerbeurt georganiseerd door een van de aangesloten corso’s. Het congres vindt plaats in het voorjaar. Het congres biedt lezingen en workshops over allerhande voor de corso’s actuele onderwerpen. Typische onderwerpen van dit moment zijn bijvoorbeeld veiligheid en regelgeving en het gebruik van social media."
Werkgroepen
"Daarnaast zet de koepel werkgroepen op om een gezamenlijke oplossing te bieden voor problemen waar alle corso’s tegenaan lopen. Een voorbeeld is de ‘Werkgroep aansprakelijkheid en verzekering’. We brengen in kaart hoe het zit met juridische aansprakelijkheid van een corso-organisatie en van de deelnemende wagenbouwers, hoe je je daarvoor kunt verzekeren, en op termijn willen we met een verzekeraar een collectieve polis aan kunnen bieden.
Een tweede werkgroep houdt zich bezig met het formeren van een pool van potentiële juryleden. Er leven ideeën over de gezamenlijke inkoop van materiaal en huur van materieel om de kosten te drukken. De komende periode gaan we in de veelheid van ideeën een aantal keuzes maken, waarop we ons de komende periode gaan richten."
Methodiek voor het opzetten van een landelijke samenwerking
Volg dit stappenplan als je zelf ook een landelijke samenwerking op wil zetten.
Stap 1: Begin van samenwerking - inventariseren en afbakenen
Inventariseren
De eerste stap is een beeld te krijgen om welk immaterieel erfgoed het nu eigenlijk precies gaat, en te inventariseren wie hier zich allemaal mee bezighouden. Waar wordt het beoefend, en welke gemeenschappen en organisaties (verenigingen, stichtingen, soms ook informele groepen) zijn er? Breng ze allemaal in kaart.
Je kunt inventariseren of er al samenwerkingsverbanden zijn. Misschien zijn er lokaal of regionaal al enkele erfgoedgemeenschappen die met elkaar samenwerken of in ieder geval contact hebben. Vervolgens is het belangrijk om een weloverwogen afbakening te maken wie je wel en niet betrekt in de samenwerking.
Afbakenen en inventariseren gaan hand in hand. Bij het inventariseren kom je er mogelijk pas achter wat voor divers immaterieel erfgoed er allemaal is. En dan ontstaat de noodzaak om goed af te bakenen.
Afbakenen
Waarom is het nodig om een goede afbakening te hebben:
- beeld naar buiten toe. Als er allerlei verschillende vormen van erfgoed onder de koepelorganisatie vallen, herkent de buitenwereld niet goed om welk immaterieel erfgoed het nu eigenlijk gaat.
- de betrokkenheid van de aangesloten erfgoedgemeenschappen. De deelnemers moeten zich in de samenwerking herkennen en zich er onderdeel van voelen.
- een samenwerking is vooral zinvol als de deelnemers tegen dezelfde problemen aanlopen. Bij de afbakening van wie er allemaal meedoen, kan dit een goed uitgangspunt zijn.
Stap 2: De kerngroep en eerste contacten
"Probeer indien mogelijk een landelijke samenwerking niet te initiëren vanuit een enkele erfgoedgemeenschap, maar vanuit een kerngroep(je) van erfgoedgemeenschappen. Start met het samenstellen van de kerngroep en ga van daaruit verder de landelijke samenwerking uitbouwen.
Het is belangrijk dat de initiatiefnemers voldoende autoriteit hebben om de samenwerking op te starten. Zorg dat je hiervoor de grotere en de meer in het oog springende gemeenschappen mee hebt, dan zullen zij zich in ieder geval niet gepasseerd voelen en mogelijk de samenwerking niet erkennen. Maak indien mogelijk gebruik van al bestaande samenwerkingsverbanden en contacten. Je wil geen stammenstrijd ontketenen, want daar gaat veel negatieve energie in zitten. Energie die je beter in een positieve samenwerking kunt steken."
Stap 3: Doelstellingen formuleren
Als er eenmaal een kerngroep is die het initiatief gaat nemen tot een landelijke samenwerking, is het tijd om bij elkaar te komen en te praten over wat je precies wil gaan doen, en waarom.
Wat gaat de samenwerking inhouden? Welke problemen gaat samenwerken oplossen? Welke activiteiten ga je ondernemen? Wissel je vooral kennis uit? Of ga je ook meer landelijke bekendheid aan je immaterieel erfgoed geven? Of ga je hele nieuwe activiteiten organiseren?
Het is in dit stadium ook verstandig om alvast een beeld te krijgen van de kosten. Ga je een bijdrage vragen aan de deelnemende gemeenschappen? Het is verstandig om in het begin de bijdrage laag te houden, bij voorkeur zelfs nul.
Stap 4: De deelnemers benaderen
Als de ideeën over de samenwerking voldoende concreet zijn en goed uitgedacht, is het tijd om alle gemeenschappen die zich landelijk met het immaterieel erfgoed bezighouden, te benaderen. Stel je open en positief op. Schets de mogelijkheden, laat zien dat er goed is nagedacht over wat een samenwerking kan opleveren, maar houd ook de mogelijkheid open voor input van de deelnemers (en vraag daar actief om).
Beleg een bijeenkomst om de samenwerking te bespreken en houdt alle deelnemers op de hoogte van wat er besproken en besloten wordt.
Stap 5: Stichting of Vereniging?
Als de samenwerking een feit is, de neuzen dezelfde kant op staan en duidelijk is welke activiteiten er ontplooid gaan worden in het kader van samenwerking, is het tijd om te gaan formaliseren. In de meeste gevallen zal het verstandig zijn om te samenwerking formeel onder te brengen in een vereniging of stichting. Die heeft een bestuur, heeft statuten waar de doelstellingen en de gang van zaken in beschreven staan, en kan een bankrekening openen. Zelfs als je niet veel kosten maakt, is het toch verstandig een aparte bankrekening te hebben en de betalingen niet via de privérekening van de penningmeester te laten lopen.
Het is belangrijk de vereniging of stichting zo te organiseren, dat die het landelijke immaterieel erfgoed op een goede manier kan vertegenwoordigen.
Vereniging
Bij een vereniging is de vertegenwoordiging automatisch geborgd. Een vereniging heeft leden, en elke aangesloten erfgoedgemeenschap kan lid worden van de vereniging. De vertegenwoordiging is dan goed geregeld, maar kan enigszins omslachtig zijn. De vereniging zal minstens een keer per jaar een algemene ledenvergadering moeten houden, waarbij voldoende leden aanwezig moeten zijn. Het bestuur moet voor belangrijke besluiten toestemming vragen aan de leden. Dit vraagt dus een nogal grote betrokkenheid van alle leden en maakt het bestuur minder slagvaardig.
Stichting
Het bestuur van een stichting hoeft geen verantwoording af te leggen aan leden, omdat die er niet zijn. Met een statutair vastgelegde ‘Raad van Aangeslotenen’ kan er toch worden gezorgd voor voldoende betrokkenheid en zeggenschap van de aangesloten organisaties, zonder dat het bestuur te veel slagvaardigheid verliest.
Vragen aan de Corsokoepel over het opzetten van een landelijke samenwerking
Wanneer is immaterieel erfgoed verwant genoeg om te gaan samenwerken?
"Die vraag is niet moeilijk te beantwoorden. Als corsomensen van het ene corso bij een ander corso op bezoek gaan, vindt er steevast een sterke identificatie plaats. Meteen is er het besef: wij spreken dezelfde taal, wij delen dezelfde passie. Als dat gevoel aanwezig is als elementen van een traditie elkaar ontmoeten, dan ligt er een goede basis voor samenwerking.
In ons geval hebben we ervoor gekozen de samenwerking te beperken tot corso’s, terwijl er in feite zeer sterke parallellen zijn met carnavalsoptochten, met allerlei allegorische optochten zonder bloemen en met bijvoorbeeld de Brabantsedag in Heeze, een theaterparade die ook in de Inventaris staat. Een samenwerking met deze organisaties is zinvol, en met de Brabantse Carnavalsfederatie hebben we al rond de tafel gezeten. Maar voor de herkenbaarheid naar buiten toe hebben we besloten om de samenwerking te beperken tot corso’s."
Wat kost het opzetten van een koepelorganisatie?
“Voor de kosten moet je het zeker niet laten. De kosten voor de formele oprichting zijn notariskosten (+/- €300,-), inschrijfkosten bij de Kamer van Koophandel (€50,- inschrijfkosten + €15,- kosten voor het uittreksel) en de kosten voor een bankrekening (€7,- / 10,- per maand). Daarvan zijn de notariskosten het hoogst, maar vaak is een sympathiserende notaris bereid het tegen een kortingstarief te doen, of gratis. Bedenk ook dat kosten voor het opzetten van een samenwerking subsidiabel zijn; veel fondsen juichen dit toe.
Vergaderkosten kunnen flink oplopen maar kun je in de hand houden door simpelweg de deelnemers hun eigen drankje te laten betalen.”
Hoeveel tijd en mensen kost het opzetten van een koepelorganisatie?
"Als de neuzen van de initiatiefnemers al dezelfde kant op staan, dan valt het wel mee. Dan kost het een aantal vergaderingen om te komen tot afbakening en doelstellingen, en om de formele zaken zoals statuten en bankrekening te regelen. Bij de Corsokoepel heeft het proces ongeveer een jaar gekost, waarbij de vijf personen van het bestuur van de koepel het werk deden.
Denk ook aan Skype als hulpmiddel om te kunnen vergaderen zonder meteen het heel land door te hoeven rijden."
Hoeveel tijd kost het levend houden van een koepelorganisatie?
"Een risico is dat de samenwerking een papieren tijger wordt, dus dat de deelnemende organisaties wel meedoen maar er in feite niet zoveel aan hebben. Daarom moet het bestuur van de koepelorganisatie ervoor zorgen dat er voldoende concrete activiteiten zijn waar de deelnemende organisaties ook daadwerkelijk mee vooruit kunnen. Dat kost de nodige tijd.
Anderzijds is het zo dat deze activiteiten natuurlijk niet alleen door het bestuur van de koepelorganisatie uitgevoerd hoeven te worden. De organisatie van het corsocongres gebeurt bijvoorbeeld bij toerbeurt door de aangesloten corso’s."
Contact
Stichting CorsokoepelSchuit 49
8325 HH
Vollenhove
Website