De Strontweek bestaat uit de Strontrace, de Beurtveer, de Visserijdagen en het Liereliet. De Strontweek wordt ook wel de ‘oefening onder zeil’ genoemd.
De week wordt jaarlijks in de herfstvakantie georganiseerd en wordt vooraf gegaan door de aanbrengrace met pramen. De pramen voeren mest vanuit het Friese achterland aan die voor de Strontrace gebruikt wordt. Op vrijdag wordt voor de schooljeugd van Workum het Klompkezeilen georganiseerd.
In het eerste weekend vindt het Liereliet plaats, een festival waar muzikanten en zangers uit de hele wereld zeemansliederen ten gehore brengen en op zondag wordt een maritieme markt gehouden, waar ambachten worden gedemonstreerd.
Op maandag begint de Strontrace. Hierbij moet zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van zeilen, ‘bomen’ (het met stok voortduwen van het schip) of ‘jagen’ (het voort trekken vanaf de wal). Voor navigatie mag enkel een kaart en kompas gebruikt worden. De winnaars ontvangen de Zilveren Brijlepel. De route loopt via het IJsselmeer en Amsterdam naar Warmond. Op de terugweg wordt via Haarlem, het Noordzeekanaal en IJsselmeer gevaren en nemen ze bloembollen mee.
De Beurtveer komt van de oude manier van personenvervoer rond de Zuiderzee. De schepen gaan naar meerdere plaatsen rond het IJsselmeer, waarbij ze passagiers meenemen. Men is verplicht een aantal plaatsen aan te doen, in een willekeurige volgorde.
De Visserij wordt beoefend met de schepen als botters en jollen, die vroeger voor de visserij werden gebruikt. Met staande netten wordt op snoekbaars en baars gevist en de netten worden onder zeil uitgebracht en ingehaald. De vis wordt twee keer per week in Workum aangevoerd en door een veilingmeester verkocht.
De schepen kunnen gevolgd worden met een track en trace systeem. Sommige schippers passen de ervaring die ze opdoen ‘onder zeil’ buiten de Strontweek toe.