Een belangrijk inzicht is dat in een superdiverse samenleving verschillende ‘custodians’, mensen of groepen die zich sterk maken voor het immaterieel erfgoed, actief zijn: culturele makelaars, ondernemers, culturele instellingen, de gemeente, en de meer klassieke erfgoedvrijwilligers. Deze ‘custodians’ hebben vaak een specifieke reden om zich in te zetten voor het erfgoed.
Op de West-Kruiskade zijn veel ondernemers met een migratieachtergrond. Deze ondernemers organiseren kookworkshops of verkopen kleding en eten dat gerelateerd is aan immaterieel erfgoed. Voor hen is dit een manier om het erfgoed toekomst te geven, uit te dragen én om er geld mee te verdienen. Een andere motivatie van de ondernemers om zich in te zetten voor het immaterieel erfgoed is om mensen naar de winkelstraat te trekken. Zo zijn diverse ondernemers betrokken bij het organiseren van evenementen als Chinees Nieuwjaar.
- Doorgeven aan (klein)kinderen
In Malburgen is een meer klassieke erfgoedgemeenschap actief. Het primaire doel van de leden van Multiculturele Werkgroep Ashna is om hun erfgoed door te geven aan hun (klein)kinderen. Generaties die opgroeien in een cultuur waar het hindoestaanse erfgoed een minder grote rol speelt. Deze (klein)kinderen komen in het dagelijkse leven vooral met andere vormen van immaterieel erfgoed in aanraking. Hierbij is het onderscheid tussen vieringen in de privé en publieke sfeer interessant. Zo vertelt een vrijwilliger van Ashna dat haar kinderen de Holiviering in huiselijke sfeer niet zo interessant vonden. In tegenstelling tot de viering in het buurthuis, daar voelen de jongeren zich onderdeel van een grotere gemeenschap.
In Utrecht zetten culturele makelaars zich in voor immaterieel erfgoed. Werknemers van Cultureel Stadslab RAUM zien in festiviteiten van mensen met een migratieachtergrond een middel om mensen uit de buurt samen te brengen; ze willen ontmoetingen creëren voor buurtbewoners en mensen in aanraking laten komen met elkaars cultuur. Samen met hindoestaanse expats werd bijvoorbeeld een Divaliviering georganiseerd.
In alle gebieden speelt of speelde de gemeente (in)direct een rol. Door het verstrekken van subsidie aan een culturele organisatie of buurthuizen (instellingen die zich inzetten voor de sociale cohesie van een buurt), het faciliteren van een overlegstructuur, of door het beschikbaar stellen van een ruimte.
- Afhankelijkheid individuen
Wat opvalt is dat er vaak een kleine groep mensen actief betrokken is bij de organisatie van het immaterieel erfgoed. Iets wat gevolgen heeft voor het erfgoed. Zo vertrok Jinai Looi uit de West-Kruiskade en met haar ook de Chinese kookworkshops én een van de drijvende krachten achter de samenwerking. Het immaterieel erfgoed in een superdiverse omgeving is daarom soms kwetsbaar door de afhankelijkheid van individuen of gesubsidieerde organisaties.
Deze inzichten zijn te vertalen naar concrete borgingsacties. In alle drie de onderzocht gebieden blijkt het belangrijk te zijn dat er een plek is waar de erfgoedgemeenschap kan overleggen, samenkomen, oefenen, erfgoed zichtbaar te maken en bovenal het te vieren en beleven. Gemeenten kunnen hier een rol in spelen door dit soort ontmoetingsplekken te creëren, subsidiëren of culturele organisaties te stimuleren hier een bijdrage aan te leveren.
Tot slot is het vormen van een netwerk van belanghebbenden aan te raden. Op die manier kan de afhankelijkheid van individuen worden verminderd. Dit kan met gelijksoortige erfgoedbeoefenaren elders in het land, bijvoorbeeld een koepel van stichtingen die Holi vieren, maar ook met ‘partners’ in de eigen buurt, van buurtbewoners tot de gemeente en culturele instellingen. In de publicatie Houd je immaterieel erfgoed springlevend! geeft het Kenniscentrum tips in inspiratie voor de samenwerking met diverse partners.