Op 2 november wordt in de katholieke traditie Allerzielen gevierd, een dag waarop nabestaanden de graven van hun overledenen bezoeken, schoonmaken en versieren met (over het algemeen) witte bloemen en met lichtjes. Van oudsher katholiek, wordt Allerzielen ook op algemene en op protestantse begraafplaatsen gevierd, soms onder een andere naam. Het is geëvolueerd tot een hoogtijdag waarin de nagedachtenis van de overledenen wordt gevierd. De laatste twintig jaar is er sprake van een groeiend aantal georganiseerde activiteiten met Allerzielen. Begraafplaatsen organiseren, soms in samenwerking met kunstenaars of ritueelbegeleiders, bijeenkomsten voor alle gezindten van nabestaanden. Een betrekkelijk nieuwe trend is dat Allerzielen steeds vaker in de avonduren wordt gevierd, als feest van het licht. De herdenkingsdienst wordt vaak gelardeerd met stemmige muziek. Kunstenaars ontwikkelen soms specifieke rituelen voor de nabestaanden, die in deze rituelen hun ervaringen en herinneringen met elkaar kunnen delen.
Beschrijving
Beoefenaars en betrokkenen
De gemeenschap van allerzielenvierders wordt in strikte zin gevormd door alle nabestaanden die op of rond 2 november de begraafplaatsen bezoeken en de graven van hun geliefde overledenen komen verzorgen. Kerken en begraafplaatsen voeren een actief uitnodigingsbeleid. Bij de organisatie worden vaak kunstenaars of ritueelbegeleiders betrokken. De Terebinth, de vereniging die zich inzet voor de funeraire cultuur in Nederland, en het Nederlands Uitvaartmuseum Tot Zover zetten zich in om Allerzielen te behouden voor de toekomst.
Geschiedenis en ontwikkeling
Allerzielen werd gevierd in heel christelijk Europa. Toen nog stond het zielenheil van de overledenen centraal, die hun zonden moesten uitboeten in het vagevuur. Allerzielen werd toen dus nog niet op de begraafplaats gevierd en het ging toen niet in eerste instantie om nabestaanden en hun verdriet, zoals tegenwoordig. Het gebruik schijnt ontstaan te zijn in het benedictijner klooster van Cluny in Frankrijk, aan het eind van de tiende eeuw. Ergens in de negentiende eeuw ontstond het gebruik om Allerzielen ook op de begraafplaatsen te vieren. Vanaf 1829 werd het verboden om mensen in kerken te begraven. In de loop van de negentiende eeuw kwam ook het gebruik in zwang om de graven te markeren met een persoonlijk grafmonument, ter herdenking aan de overledenen. Voor de nabestaanden werd het een plek om de nagedachtenis aan deze overledene te vieren. Het verzorgen van de graven op Allerzielen was algemeen gebruik in katholieke streken en op katholieke begraafplaatsen. Het is pas vanaf de jaren negentig van de vorige eeuw dat ook steeds meer algemene begraafplaatsen activiteiten zijn gaan organiseren, zoals herinneringsconcerten.
Contact
Landelijke Beroepsvereniging van RitueelbegeleidersDammerkade 8
1244 NS
Ankeveen
Website