De Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland bevat immaterieel erfgoed waarvan de erfgoedgemeenschap, groep of individu een borgingsplan heeft geschreven om het erfgoed toekomst te geven. Dat plan is getoetst door een onafhankelijke Toetsingscommissie. De erfgoedzorg wordt elke drie jaar geëvalueerd.

Beschrijving

Bijenhouden is het houden van honingbijen. In ruil voor het verzorgen van de bijen in korven of kasten, kan de bijenhouder of imker het teveel aan honing en was afnemen. Een bijenhouder zorgt voor de vitaliteit en gezondheid van de bijenvolken.

De bijenvolken moeten het hele jaar worden gecontroleerd op gezondheid en voldoende voedsel. Bijenvolken overwinteren als volk. In het voorjaar controleert de imker of de bijen gezond zijn gebleven. Als het volk zich in het voorjaar ontwikkelt en voortplant kan het zo groot worden dat de kast of korf te klein wordt. Het volk kan dan gaan zwermen om nieuwe woonruimte te vinden. De imker moet dit natuurlijke proces goed in de gaten houden om te voorkomen dat een zwerm zich elders vestigt. Er is dan geen imker die het volk kan verzorgen. Om dat te voorkomen, moet de imker op tijd een nieuwe kast bijplaatsen. Aan het eind van het seizoen, begin herfst, gaat het volk weer in winterrust. De imker moet controleren of er voldoende voedsel is om de winter door te komen en dit zo nodig aanvullen.

Bijen worden bedreigd door diverse ziekten en parasieten. Deze dienen te worden bestreden. Dat is gelukkig mogelijk met biologische middelen. Ook in de winter moet er bestrijding van parasieten plaatsvinden. Voortdurend moet de door de bijen zelf aangelegde voedselvoorraad worden gecontroleerd en zo nodig aangevuld.

Gedurende het hele jaar kunnen bijenvolken worden ingezet voor bestuiving in de land- en tuinbouw. Zowel voor de openlucht teelt als in de glastuinbouw. In de winter wordt het materiaal, de kasten en korven, gerepareerd en schoongemaakt. De imkers nemen deel aan nevenactiviteiten zoals korfvlechten, bijenproducten verwerken (was en honing), lezingen en cursussen bijwonen, imkerbijeenkomsten bezoeken. Bijenhouden vraagt het jaar rond de aandacht.

 

 

Beoefenaars en betrokkenen

Er zijn in Nederland naar schatting 10.000 bijenhouders. Ongeveer 0,5% van alle bijenhouders doet het bijenhouden beroepsmatig. De overige zijn personen van jong tot oud uit alle geledingen van de bevolking.

De Nederlandse Bijenhoudersvereniging (NBV) is met 8500 leden de grootste vereniging van bijenhouders. De NBV heeft 270 plaatselijke afdelingen waar de imkers samen komen en elkaar ondersteunen. Daarnaast zijn is er nog een aantal kleinere verenigingen zoals Imkers Nederland met 1000 leden. De Biologisch dynamische bijenhouders zijn aangesloten bij de stichting BD-imkers. De meeste zijn lid van één van de genoemde verenigingen. De drie organisaties werken intensief samen met een samenwerkingsconvenant.

De activiteiten van de NBV zijn gericht op de deskundigheidbevordering van de imkers, de borging van het vak voor de toekomst en de instandhouding van een gezonde leefomgeving. Het vakblad BIJENhouden van de NBV heeft een redactie die werkt vanuit een redactiestatuut dat met de ledenraad is overeengekomen. Bijenhouders verenigd in één van de verenigingen hebben nauwe contacten met de agrarische sector, zoals de Nederlandse fruittelersorganisatie, en met het hoger beroepsonderwijs.

Geschiedenis en ontwikkeling

Het houden van bijen bestaat al sinds mensenheugenis. In de prehistorie waren er honingjagers die ook op grottekeningen zijn afgebeeld. De oude Egyptenaren hielden 3000 jaar geleden bijen in behuizingen van keramiek. In onze streken werd lange tijd de strokorf gebruikt. Wanneer deze voor het eerst zijn gemaakt is onbekend. Rond het jaar 1300 kwamen ze al voor. Voor zover we nu weten is in Nederland in het jaar 1633 voor het eerst een Bijenhoudersgilde opgericht. Zulke gildes waren onmisbaar voor het bemiddelen bij de onenigheden tussen de imkers over het plaatsen van bijenvolken bij dracht-/fourageergebieden.

Tot na de Middeleeuwen werden bijen gehouden om honing en was te oogsten. Dat bestuiving een heel belangrijke taak van bijen is, werd rond 1775 ontdekt door Christian Sprengler. Hierdoor kwam men erachter wat voor belangrijke functie bijen in dit proces hebben. Nog steeds ontdekt de wetenschap meer over de rol van bijen in de natuur. Het doel van bijenhouden is in de loop der tijd dus veranderd van het produceren van was en honing naar het inzetten van bijenvolken voor de land- en tuinbouw.

Halverwege de 19e eeuw werden de bijenkasten als bijenwoning ontwikkeld. Er werden in die tijd ook allerlei nieuwe technieken bedacht, zoals het hygiënisch honing oogsten en er kwam veel meer gereedschap beschikbaar om het imkeren te vergemakkelijken. Ook de imkertechnieken en het omgaan met bijenvolken is de laatste 100 jaar sterk beïnvloed door wetenschappelijke inzichten.

De Nederlandse Bijenhouders Vereniging (NBV) is in 2006 ontstaan uit een fusie van diverse kleinere bijenhoudersverenigingen. Dit bood ook de mogelijkheid tot verdere professionalisering van de bijenhouderij en van de organisatie. Naast de ontwikkeling van het vak is ook de plaats van bijenhouden in de samenleving meer onder de aandacht van een breed publiek gebracht.

Borgingsacties

2021-2024

  • Het onderhouden van de website: www.bijenhouders.nl met verenigingsnieuws en veel inhoudelijke informatie, een imkerforum en een imkerpedia.
  • Lespakketten maken en zorgen voor samenhang en coördinatie in educatieve middelen. Lesmodules bijenhouden aanbieden bij het agrarisch onderwijs HBO en MBO.
  • Organiseren informatiebijeenkomsten en cursussen bewerken bijenproducten/ korfvlechttechnieken/ inrichten bij-vriendelijke tuin "Laat je tuin zoemen".
  • Actief zoeken naar sponsoring, subsidiering en goede doelen fondsen.
  • Voortdurend het belang van bijen als bestuivers onder de aandacht brengen: "Geen natuurbehoud zonder bestuivende insecten!"
  • Plan uitvoeren om meer imkers lid te laten worden van de NBV.
  • Via plaatselijk opererende natuurorganisaties jonge leden benaderen. Organiseren cursussen "jonge bijenhouders" die jongeren koppelen aan ervaren bijenhouders.
  • In kaart brengen in hoeverre de honingbij de voedselconcurrent van wilde bijen is per situatie. De NBV werkt aan deze zaken samen met de Wageningse universiteit en diverse agrarische hogescholen. Verder participeren in de Nationale Bijenstrategie met meer dan 40 andere relevante participanten waaronder het ministerie van LNV.

Contact

Nederlandse Bijenhoudersvereniging, de NBV
ede