Het Bloemencorso Bollenstreek is in 1947 ontstaan kort na de WOII,
In deze tijd was er grote behoefte aan het vieren van de vrijheid en gezocht werd hoe deze vorm te geven. En in de Bollenstreek lag het voor de hand dit te doen met bloemen van de bol. Hoe kon dat mooier dan met producten waar de streek bekend om was.
Door de ligging, net achter de duinen, op kalkrijke grond, waar bollen goed op groeien, was een bollen economie ontstaan. Deze kon floreren door de beschikbaarheid van vele arbeidskrachten en vraag vanuit het buitenland Tevens heeft het de streek geholpen de armoede te bestrijden. Door de werkwijze in die jaren, waren vele handen nodig.
Kweker Willem Warmenhoven uit Hillegom is begonnen met één praalwagen in 1947. Voor een goede bol was het zaak de bloem tijdig te koppen zodat de energie in de bol bleef en deze kon groeien. De bloem was afval welke in die tijd werd weggegooid. Willem Warmenhoven heeft het initiatief genomen om deze bloemkoppen te gebruiken in een praalwagen. Nadat in 1947 een eerste “praalwagen de Walvis” in Hillegom werd geshowd, werd de jaren daarna het corso uitgebreid met medewerking van Hillegom, Lisse en Sassenheim en kwamen er steeds meer praalwagens erbij.
De bol en in het bijzonder de Tulp is uitgegroeid tot nationaal symbool. Naast windmills and wooden shoes de drie meest geassocieerde iconen van Nederland. Momenteel kan men niet eens meer praten over een evenement van de Bollenstreek, maar hebben we het over een Mondiaal evenement, met internationale allure. Nog steeds wordt dit gehouden in de Bollenstreek en rijden de praalwagens niet meer alleen tussen Hillegom, Lisse en Sassenheim, maar 42 kilometer van Noordwijk tot Haarlem. Ook de bezoekers komen nu niet alleen uit de Streek en ook niet alleen uit Nederland. De bijna 1 miljoen bezoekers komen uit de hele wereld. Als het Bloemencorso rijdt kent de bloementuin de keukenhof één van haar drukste dagen van het seizoen. Het Bloemencorso is dan ook onomstreden onderdeel van de zogenaamde Gouden Driehoek bestaande uit de bollenvelden, de Keukenhof en het Bloemencorso. Zij vormen de motor van de aantrekkingskracht op bezoekers uit de gehele wereld.
Op de corsodag rijden ongeveer 150 bussen extra vanaf Schiphol met bezoekers die speciaal deze dag naar de Bollenstreek willen komen. De gehele streek is na 10.00 uur in de ochtend bijna niet meer te bereiken met de bus of auto. Alle wegen staan vol. Zelf op de snelwegen geeft het problemen.
Er rijden praalwagens mee van uit andere landen, te denken aan China en Thailand. Het Bloemencorso wordt daarmee een platform waar de wereld zich presenteert in bloemen. Er zijn al contacten met andere landen die zich ook graag op deze wijze willen presenteren. Het authentieke karakter blijft daarbij het uitgangspunt. De presentatie moet passen bij het jaarthema en de visie van de aan het corso verbonden designers.
Het Bloemencorso mag zich verheugen in veel media-aandacht. Vele landen, we hebben dit jaar 254 buitenlandse tv en radiostations mogen verwelkomen, , om dit evenement voor het thuisland vast te leggen. Maar ook in Nederland gebeurt dit door onder andere omroep Max, die elk jaar weer opnieuw dit evenement komt verslaan.
Door de afstand van 42 kilometer en de wens van het Corsobestuur om de stoet luister bij te zetten met muziekkorpsen, maakt het corso gebruik van ongeveer 24 korpsen. Deze komen uit vele uithoeken van Nederland, maar ook uit het buitenland, denk aan Australië, Europa en Amerika komen het bloemencorso opluisteren.
Het Bloemencorso is van grote cultuurhistorische waarde. Maar er is meer. De organisatie kent naast de twee verbonden designers, die een vergoeding krijgen, geen betaalde krachten. Het corso wordt gedragen door bijna 1.500 vrijwilligers en is daarmee van onschatbare maatschappelijke waarde. Een uitspraak vanuit de uitzending van Max is: “Cultuur verbindt”. En ik denk dat dit de bedoeling dan ook is van het bloemencorso. Niet alleen voor de 1500 vrijwilligers die gezamenlijk de praalwagens steken, de vele vrijwilligers voor het verkeer, de EHBO, de figuranten, de geldinzamelaars, de catering, de rondleiders ( in de hallen waar gestoken wordt) en ga zo maar door, maar ook voor de bijna miljoen bezoekers langs de kant van de weg, de 700.000 kijkers van Max en de miljoenen kijkers en lezers van all over the world.
Waar bij de wieg van het corso nog de nadruk lag op het vieren van een feestje in vooral Hillegom, Lisse en Sassenheim, zijn het nu de vier te noemen pijlers waar het corso zijn fundament vindt. Reeds genoemd is het grote maatschappelijke draagvlak en het toerisme, Maar ook economisch is het Bloemencorso van belang. In 2013 is berekend dat het corso een economische waarde heeft van 13.5 miljoen Euro. Nu na de crisis en vijf jaar verder zal deze opbrengst verder gestegen zijn. Daarnaast liggen onze roots in het vak en dat is wat wij nog steeds zijn. Een uithangbord van het vak die een bijdrage levert aan de promotie van Nederland in het algemeen en ons exportproduct de Bloembol in het bijzonder.
Maar vanuit de oorsprong heeft het Bloemencorso ook een oude boodschap in zich “leven in vrijheid, moet men vieren”. En dat is wat de vele vrijwilligers, de Bollenstreek en de vele bezoekers, fysiek of via beeld, ieder jaar weer doen. We vieren de lente, we vieren een feest.
Het Bloemencorso Bollenstreek is daarmee het grootste Lentefeest van Nederland en dat willen we graag behouden.