Fierljeppen (oorspronkelijk: sierlijk springen) is een traditionele sport waarbij een atleet probeert met behulp van een polsstok een zo groot mogelijke afstand over een sloot/water te overbruggen. Een sprong begint met het maken van een korte felle sprint naar de polsstok, gevolgd door een insprong, het klimmen naar de top van de polsstok om uiteindelijk met een afsprong in een zandbed te landen. Hoe verder een stok wordt gezet, hoe meer snelheid nodig is in de aanloop, hoe groter de mogelijke afstand wordt. Het op goede afstand zetten van de pols en een goede aanloop kunnen bepalen dat de pols langzaam over het dode punt gaat. Dat is van belang om meer tijd te hebben om te klimmen. Een goede afsprong uit de stok kan de springafstand aanmerkelijk vergroten. Bij de landing bepaalt de achterste afdruk in het zand de uitslag.
"Slootjespringen" ontwikkelde tot een sport die eisen stelt aan accommodatie en ljepper. De sloot werd een schans, water en een landingsplaats. Het houden van wedstrijden zorgde er voor dat het ljeppen zich ontwikkelde: de geoefendheid in het klimmen nam toe en de polsen werden langer. De hoogte van de schansen, diepte van het water en lengte van de polsen voldoen aan wedstrijdvoorwaarden en veiligheidseisen. Er zijn wedstijden voor Jeugd, 1e en 2e klasse (Friesland ook 3e klasse). De beste sprongen per wedstrijd tellen op tot een klassement, dat bepaalt of je promoveert of degradeert.Op basis daarvan wordt bepaald wie aan speciale wedstrijden mag meedoen. De speciale wedstrijden zijn het Regionaal Kampioenschap, de tweekamp, de nationale competitie en het Nederlands Kampioenschap.