Songe, Awasa en Mato zijn elementen uit de Surinaamse Marroncultuur, en verwijzen naar een combinatie van vertelkunst, zang, dans en percussie. De Marroncultuur is een geheel eigen cultuur, ontstaan uit verzet tegen slavernij en slavenhandel. Mensen die uit Afrika werden gehaald en daarna van de plantages wisten te ontsnappen, stichtten eigen samenlevingen in de binnenlanden van Suriname. Die samenlevingen hadden een sterk hiërarchische structuur, die deed denken aan Afrikaanse gezag tradities. Nog altijd wordt de Marroncultuur soms ‘het best bewaarde stukje Afrika buiten Afrika’ genoemd. Kenmerkend voor de Marroncultuur is het bewustzijn van het bestaan van een zichtbare en onzichtbare wereld, en het in harmonie leven met de natuur.
Mato, ook wel Toli of Kontu genoemd, is een vertelkunst waarbij geschiedenis, levenslessen en wijsheden worden overgedragen. Er zit altijd een moraal of levenswijsheid in die, naast vermaak, ook het doel heeft op te voeden. Mato kan verschillende vormen aannemen. Het kunnen vertellingen zijn in huiselijke sfeer of onder jongeren onderling, maar het kunnen ook dynamische voordrachten zijn tijdens sociale bijeenkomsten zoals dorps- of stamvergaderingen, feesten of begrafenissen. Tijdens zulke voordrachten nemen luisteraars actief deel, en spreekt men van Mato pee of Mato spel. Mato pee kent twee vaste hoofdkarakters, de Toliman (de verteller, of man van het verhaal) en de Pikiman (de beamer of toneelmeester), en heeft een duidelijke structuur met verschillende rollen en taken voor dansers, zangers en percussionisten. Tijdens Mato pee is iedereen in het publiek vrij om een personage in het verhaal te kiezen die hij/zij wil vertolken. De Pikiman zorgt dat het geheel aan improvisatie en spontaniteit in goede banen wordt geleid, maar alle deelnemers zijn samen verantwoordelijk voor een succesvol verloop. De bekendste Mato pee is de Bookode, een begrafenisritueel. Tijdens de Bookode wordt van zonsondergang tot zonsopkomst verteld, gezongen en gedanst.
Songe is een klassieke Marron dans- en muziekstijl, waarbij vrouwen de bewegingen van de gelijknamige Songe vis nabootsen en mannen uitbeelden hoe, met pijl en boog, op de Songe vis wordt gejaagd. Awasa is een dans waarin vrouwen van oudsher met sierlijke handbewegingen en voetgestamp schoonheid uitbeeldden (umanpikien), en mannen hun kracht, vaardigheden, behendigheid en flexibiliteit toonden (manenge futu). Tegenwoordig dansen vrouwen ook de mannenrol en lijken de twee stijlen op elkaar. Het instrumentarium van Songe en Awasa bestaat uit drie type drums: 1. de Gaandoon, de grote drum of meesterdrum met de meest volle en lage klank 2. de Tun of Tundoon, de drum die met een stok wordt bespeeld en het tempo bepaalt, en een harmonisch geheel vormt met de ratelende enkelbanden van de danseressen en 3. de Pikiendoon, de drum die voor de ritmische patronen zorgt en de muzieksoort bepaalt. De drums kunnen met hun slag boodschappen communiceren, de verzamelnaam voor deze drumcodetaal is Apinti.
Songe, Awasa, Mato en Apinti worden doorgaans van oud op jong overgedragen. Dit gebeurt niet via leerboeken en geschreven regels, maar middels orale overdracht. Leerlingen leren de drumcodes, verhalen, songteksten, moraal en alle mogelijke betekenissen uit het hoofd. De Marrons noemen deze manier van leren ‘leli’.
In het verleden werden Songe, Awasa en Mato alleen in het binnenland van Suriname beoefend tijdens speciale gelegenheden. Door migratie verspreidde het naar Paramaribo en naar Europa. Voor Marrons die nog in Suriname wonen, is dit culturele erfgoed een vanzelfsprekend onderdeel van hun leven. Marrons die in diaspora leven, putten er juist kracht uit en hebben er houvast aan. Via Songe, Awasa en Mato krijgen de nog onbekende en oude verhalen over Marrons in Nederland een podium, en kunnen die verhalen hier doorgegeven worden aan jongere generaties.
Stichting Kula Skoro zet zich sinds 2015 in voor de overdracht van Songe, Awasa en Mato middels het aanbieden van interactieve dans en percussie workshops voor geïnteresseerden en op (hoge)scholen. Ook organiseert Kula Skoro sinds 2016 de jaarlijkse Dag van de Marrons in het Nationale Theater in Den Haag. Tijdens deze dag worden de vredesverdragen herdacht die sinds 10 oktober 1760 (ruim honderd jaar voor de officiële afschaffing van de slavernij) bij de toenmalige kolonisator zijn afgedwongen. Veel Marroncultuur elementen krijgen hierbij een podium, zoals klederdracht, culinaire tradities, storytelling, muziek en dans, de plengoffer traditie en de jaarlijkse Kuutu (vergadering van het traditionele gezag). Daarnaast geeft Kula Skoro het hele jaar door bekendheid aan de Marroncultuur middels theatervoorstellingen, het geven van lezingen, de organisatie van Pangi modeshows, en uitwisselingsprojecten met Suriname en andere Marrongemeenschappen buiten Nederland.