Waar de grens van klassiek en modern bij jachten precies ligt, is voer voor discussie. Een redelijk breed erkende grens wordt wel eens gelegd bij het jaar 1970. In 1970 werden namelijk de IOR-meetregels in het wedstrijdzeilen ingevoerd. Samen met de opkomst van het polyester als bouwmateriaal, waar door gebruik te maken van mallen een grote mate van standaardisatie onder zeiljachten bewerkstelligd kon worden, ontstaat een verandering in vorm en wordt de vorm meer en meer gestandaardiseerd. Toch blijft er een hang naar de schepen van weleer. Ze worden liefdevol onderhouden, van tijd tot tijd gerestaureerd, maar ook nieuw gebouwd: schepen ontworpen "in de geest van" en replica's. Het aloude en specifieke ambacht en vakmanschap voor het bouwen en repareren van klassieke scherpe jachten blijft daarmee in stand.
De mensen die zich bezig houden met het ambacht en vakmanschap voor het bouwen en repareren van klassieke scherpe jachten zijn moeilijk te typeren. Enkele voorbeelden uit de praktijk van vandaag de dag:
De tandarts die zijn geld en vrije tijd in een varende oldtimer steekt om deze strak in de lak en met blinkend gepoetst koper vanuit Muiden over het IJsselmeer te sturen;
Een arme student die voor weinig geld een zoveelstehands boot koopt om er in de weekenden wat aan te klussen en om er met een stel vrienden op uit te trekken;
Een stichting die zich ontfermt over het jacht welke tot voorbeeld gediend heeft voor de strip Kapitein Rob, en waar jongeren nu tijdens het wedstrijdzeilen iets van kameraadschap en eendrachtig samenwerken ontdekken;
(Museum)werven die nog steeds klassieke scherpe jachten bouwen.
Grote gemeenschappelijke deler: passie voor klassiek gelijnde boten, handwerk en het werken met robuuste, vaak natuurlijke materialen.
Natuurlijk zijn er de puristen, die alles tot in de puntjes origineel willen houden, maar er zijn er ook die hypermoderne aanpassingen niet schuwen, zoals een carbon fiber mast. Maar dan wel gecamoufleerd zodat het op een afstandje net hout lijkt!
De naam ''jacht'' voert terug op de kleine lichte scheepjes die voor oorlogsdoeleinden werden gebruikt door Maurits van Oranje op de Vlaamse kust. Toen later Karel II van Engeland het jacht uitkoos als middel van vervoer van Nederland naar Engeland voor de Restauration in 1660, werd het jacht een geliefd middel van vervoer te water voor de Engelse elite. Hieruit is het scherpe zeiljacht ontstaan, die door invoering van de IOR-meetregels van 1970 een verandering in lijnvoering doorgemaakt heeft. Polyesterbouw neemt in en rond 1970 een serieuze vorm aan en zou de traditionele bouw grotendeels vervangen.
Toch blijft het ambacht en het vakmanschap betreft voor het bouwen en repareren van klassieke scherpe zeiljachten bewaard. Natuurlijk is er op werven veel kennis verloren gegaan door industrialisatie en schaalvergrotingen in de beroepsvaart, mede ingegeven door het gebruik van moderne materialen.
Een aantal werven die niet mee konden komen in die ontwikkeling specialiseerden zich in het bouwen van de veel kleinere jachten. Een aantal van hen bleef bouwen en repareren op de traditionele manier: uitvoeringen van oude ontwerpen, ontwerpen "in de geest van" en replica's vinden plaats.
Het bouwen, liefdevol onderhouden en van tijd tot tijd repareren en restaureren vindt ook op hobbymatige schaal plaats. Daarnaast kennen we het bouwen en ontwerpen "in de geest van" en replica's vindt ook plaats.