Bij een thuisbevalling is de verloskundige medisch verantwoordelijk; hij/zij bewaakt het proces van de bevalling en begeleidt de vrouw. De vrouw kiest er zelf voor om thuis in haar eigen bed, onder haar eigen douche of in een bevalbad te bevallen. Tijdens de bevalling wordt uitgegaan van de autonomie van de barende (en haar partner); haar wensen worden gerespecteerd. Er is tijd en ruimte om met de bevalling ‘mee te bewegen’, protocollen spelen thuis een minder grote rol dan in het ziekenhuis.
Als de bevalling in een gevorderd stadium is, roept de verloskundige assistentie in van de kraamverzorgende. Zij/hij assisteert de verloskundige en ondersteunt de barende vrouw en haar partner. Na de bevalling blijft de kraamverzorgende gedurende doorgaans acht dagen overdag aanwezig bij het gezin.
Alhoewel het in enkele Westerse landen zoals Vlaanderen, Groot-Brittannië of Canada mogelijk is om veilig thuis te bevallen, gebeurt dit alleen in Nederland op grote schaal. In Nederland zorgt de combinatie van verloskunde en kraamzorg ervoor dat een vrouw vanaf het begin van de zwangerschap tot ruim na de geboorte goed begeleid wordt. Daar waar het medisch verantwoord is, kunnen moeders, onder begeleiding van de verloskundige en met assistentie van de kraamverzorgende, in hun eigen huis bevallen van hun kind. De zwangere en de verloskundige hebben vaak in het voortraject van de zwangerschap al een band opgebouwd.
De thuisbevalcultuur van vandaag de dag komt voort uit een reeks juridisch-medische besluiten, waardoor er in Nederland een aparte tak verloskunde en kraamzorg gewaarborgd kon worden die stoelt op een aantal immateriële cultuurwaarden zoals ‘autonomie/wij bepalen zelf’, een ‘natuurlijk proces’ en ‘thuis zijn’. De keuzevrijheid van de vrouw en haar partner om zelf te beslissen waar de bevalling plaatsvindt, is hierbij een belangrijke kernwaarde.