De Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland bevat immaterieel erfgoed waarvan de erfgoedgemeenschap, groep of individu een borgingsplan heeft geschreven om het erfgoed toekomst te geven. Dat plan is getoetst door een onafhankelijke Toetsingscommissie. De erfgoedzorg wordt elke drie jaar geëvalueerd.

Beschrijving

Volgens de Ndyuka’s begeleiden rouwrituelen de overledenen op hun reis van het leven naar een ander staat van zijn, die van de ‘levende doden’. Overledenen kunnen ten volle afscheid nemen van het stoffelijk leven en worden verwelkomd in het spirituele leven van de voorouders. Tegelijkertijd begeleiden de rouwrituelen nabestaanden in het accepteren van het overlijden van hun dierbaren en het emotioneel verwerken van het verlies van hun dierbaren. Tevens worden nabestaanden begeleid in het verrichten van alle handelingen en het gebruiken van de attributen die bij de uitvaart horen. Het rouwproces noemen de Nyduka ‘baaka’ en de weduwe of weduwenaar ‘baakaman’. Vlak na overlijden, voert de kalepesi, de aflegger die daarvoor bevoegd is door het traditioneel gezag, belangrijke dodenrituelen uit bij de overledene die niet benoemd en beschreven kunnen worden binnen het borgingsplan. Het rouwproces van de Ndyuka duurt officieel zes maanden en kent drie fases.

De eerste fase heet de ‘dipi baaka’. Deze fase wordt bij de naar Nederland geëmigreerde Ndyuka overgeslagen. De fase vraagt drie maanden van diepe rouw waarbij de nabestaanden drie maanden vrijgesteld moeten worden van arbeid en afzondering van het sociaal maatschappelijk leven.

De tweede fase is de ‘safu baaka’. Dit is een verlichtende vorm van rouw en duurt meestal zes weken en wordt ingevoerd door een afleggersorganisatie in samenspraak met het traditioneel gezag. Dit is een verkapte vorm van de ‘dipi baaka’ waarbij de rouwband, een zwarte baret en de ‘sibi kosi’ over de schouder aangetrokken wordt. Bij de eindfase van de safu baaka worden er voorbereidingen getroffen voor de ‘puu baaka’. Dat is de officiële beëindiging van het rouwproces. Dit gebeurt tijdens safu baaka.

De laatste fase is de ‘puu baaka’. Deze vindt plaats in de zesde week na de begrafenis. In dit proces is er weer een ‘krutu’ (overleg) waarbij er een datum wordt vastgesteld voor de ‘puu baaka’. Het traditioneel gezag geeft deze datum door aan de familieleden en als de familie akkoord gaat met de datum worden de nodige voorbereidingen getroffen. De ‘puu baaka’ kan plaatsvinden in een buurthuis, rouwcentrum of thuis bij de familie.

De voorzieningen in Nederland laten het onvoldoende toe om de ceremonie ‘poti a baaka’ en ‘puu baaka’ op een juiste (volledige) wijze uit te voeren.

Helingsrituelen zijn van toepassing vanaf het moment dat de uitvaart is volbracht en zolang het nodig is. Die mogen dus doorlopen ook nadat de rouwperiode is afgerond. In de periode na uitvaart en rouw zijn er helingsrituelen waarbij nabestaanden worden begeleid in het zich eigen maken van de nieuwe leefsituatie. In de eerste plaats betekent dit het vormgeven van een andere band met de overledene. In de cultuur van Ndyuka’s zijn voorouders altijd met ons, zijn ze ons tot inspiratie en begeleiden ze ons. Ook worden nabestaanden begeleid bij het invulling geven van hun veranderde rol en positie in de levende gemeenschap, aangezien de vacante plek van de overledene vanuit de natuurlijk opvolgingslijn weer bezet dient te worden.

Tijdens dedeosu wordt ‘fosten pree’ gedaan, spellen van vroeger waarmee de overledene wordt geëerd. Na de fosten spree is de ‘towe nyan nyan’, waarbij ritueel eten wordt geofferd aan de overledene.

Er worden klaagliederen gezongen zoals de tuka, songe, awawa, awasa, aleke en nog veel meer. Ook al heeft men een begrafenisverzekering, toch wordt er tijdens een dedeosu een geldinzameling gehouden voor de gerechten die heling bevorderen. Er worden onder andere gerechten gemaakt genaamd de Afiingi, Kasaba, Baka bolon, Pinda Alisi en Sawtu Fisi en Hemelse Snert.

Beoefenaars en betrokkenen

Stichting Ma-Jong richt zich op toepassing van de Ndyukacultuur op alle levensgebieden in de maatschappij en levensfasen van de mens. Ndyuka’s hebben met succes eeuwen in vrijheid geleefd in de binnenlanden van Suriname. Ze zijn hoeders van vele tradities die binnen de Surinaamse cultuur in Suriname en in Nederland een belangrijke plaats innemen. Ofschoon men steeds beter de waarde van de Ndyukacultuur begint te beseffen is veel daarvan nog niet ontsloten en bekendgemaakt bij het grote publiek. Stichting Ma-Jong wil als kenniscentrum daarin een wezenlijke kentering aanbrengen. Ma-Jong wil een vindplaats, ontmoetingspunt en bewaarplaats zijn voor kennis, presentatie, beleving en samenwerking omtrent Ndyuka cultuur. Men richt zich daarbij op de volgende thema’s:

  • het onderzoeken en in kaart brengen van het cultureel erfgoed van Ndyuka’s
  • samenwerking in brede zin
  • educatie over het cultureel erfgoed van de Ndyuka’s
  • het laten beleven van het cultureel erfgoed
  • het overdragen van het cultureel erfgoed

Geschiedenis en ontwikkeling

De Ndyuka is één van de Marrongemeenschappen. Marrons zijn Afrikanen die zichzelf uit de slavernij hebben bevrijd. Ze vluchtten en vestigden zich veelal langs rivieren in de binnenlanden van Suriname om daar als vrije mensen te leven. Het leven in vrijheid heeft ervoor gezorgd dat de Ndyuka’s hun tradities grotendeels in stand hebben gehouden.

Decennia lang bestond de Ndyukacultuur vrijwel los van die van andere Surinamers. Een belangrijke reden hiervoor was dat de Surinamers die in de stad woonden veelal de Nederlandse tradities volgden. Als het ging om geboorte, bereiken van volwassenheid en trouwen vormde dat vrijwel nooit een probleem. Anders was dat bij ziekte, rouw en heling. Vooral dan wilde men gebruikmaken van de traditionele rituelen van de Ndyuka’s. Dit gebeurde vaak stiekem, wanneer de dokter, dominee, pastoor of westerse uitvaartverzorger er even niet was. Lange tijd is dit ook in Nederland de manier van doen geweest, maar sinds de jaren tachtig is er sprake van een ommekeer. Omdat er in Nederland geen infrastructuur was voor de rituelen moesten de Ndyuka’s hun rituelen aanpassen, mensen beoefenden de rituelen zelf in hun woonkamer, tuin, of aan de rand van het bos. Ze voltrokken zich op een informele manier.

In 2002 werd de eerste officiële puubaaka voltrokken, door Andre Pakosi di destijds de Kabiten was en in Nederland woonde. Vanaf dat moment ontstond er in Nederland een officiële infrastructuur voor de rituelen. Nadat Mariska de Jong in 2020 door het traditioneel gezag was beëindigd is De Jong Uitvaartverzorging officieel opgericht. In de decennia hiervoor was zij echter al bezig de rituelen te doorgronden, te onderzoeken en uit te voeren in Nederland en in Suriname.

Borgingsacties

2023-2025

  • Men brengt een folder uit waarmee men meer informatie gaat delen.
  • Op social media, zoals Tiktok, worden korte films gedeeld, waarin men de praktische handeling laten zien en de waarde ervan uitlegt.
  • Er wordt een campagne opgezet, gericht op kennismaking en vertrouwen.
  • Omdat uitvaartverenigingen en aflegverenigingen moeten weten welke handelingen toegepast moeten worden en op de hoogte moeten zijn van het juiste gebruik van attributen zullen uitvaart- en aflegverenigingen getraind worden. Na training moeten ze in staat zijn om grotendeels zelfstandig te werken volgens de juiste gebruiken.
  • Men gaat een eerste serie artikelen, lezingen en proeflessen maken om het animo en leervermogen te achterhalen.
  • Stichting Ma-Jong gaat op zoek naar adequate ruimten waarin de Ndyuka rituelen op een juiste wijze plaats kunnen vinden.
  • Men gaat pilotprojecten- dialoogtafels opzetten (krutu tafra). Tijdens krutu tafra kun men in gesprek gaan over hoe je de rituelen overbrengt en peilen hoeveel men al weet. Op deze manier kan men gericht kennis uitwisselen. Deze krutu tafra’s kunnen gekoppeld worden aan herdenkingsmomenten.
  • Men gaat professionele deskundigen en eigenaren van zoldervondsten motiveren hun bronnen te ontsluiten.
  • Zowel in Suriname als Nederland zullen trainingen worden gegeven zodat men vertrouwt raakt met de rouwrituelen en tradities.
  • Er zal geïnvesteerd worden in de relatie en werkafspraken gemaakt worden met het traditioneel gezag.
  • Men wil stimuleren dat Nederlandse uitvaartondernemers getraind worden om zich de rituelen en tradities eigen te maken zodat zij deze door kunnen geven aan de Afro-Surinaamse gemeenschap.

Contact

Stichting Ma Jong
Braillelaan 86
2037 XD
Haarlem
Noord-Holland