Het harmonium is vooral bekend als huiskamerinstrument, waar het gebruikt werd als begeleiding bij het zingen, dat met name in protestantse gezinnen gedaan werd tijdens een groot deel van de twintigste eeuw. Het instrument wordt ook gebruikt in kerken, kapellen en concertzalen en kan zich verheugen in toenemende belangstelling. Door componisten wordt nieuwe muziek geschreven voor harmonium.
De Harmonium Vereniging heeft ongeveer driehonderd leden; het museum heeft een grote collectie instrumenten. Er zijn bespelers in grote delen in het land en uiteenlopende beroepsgroepen en er zijn liefhebbers die meer voor de techniek gaan of restaureren.
Het harmonium is in 1842 in Frankrijk uitgevonden en het instrument is op veel plekken terecht gekomen: salons, kerken en in Nederland vooral huiskamers. Grote componisten schreven stukken voor harmonium (Rossini, Bizet). Na de Tweede Wereldoorlog nam de belangstelling af door de opkomst van het elektronische orgel. Sinds de jaren 1990 is er weer sprake van toenemende belangstelling, niet in de laatste plaats onder pop- en folkmuzikanten. Er worden geen nieuwe harmoniums meer gebouwd.