Shanties zijn liederen die er aan boord van schepen voor zorgden dat het werk in een bepaalde cadans verricht werd. Ze ondersteunden het werk waardoor dat makkelijker uitvoerbaar werd.
Tegenwoordig worden de shanties niet meer door zeelieden aan boord van schepen vertolkt maar door de shantykoren, waarbij zij de werkzaamheden die aan boord werden verricht uitbeelden. De shantyman, de solist en voorzanger, zingt een regel of een couplet van 4 regels dat gevolgd wordt door een refrein van de andere zangers. De shanties worden vaak begeleid door een accordeon, mondharmonica, trekzak of harmonium, instrumenten die ook gebruikt werden aan boord van de oude zeilschepen.
Shanties zijn onder te verdelen in een aantal categorieën: bolderliedjes, haal-shanties, kaapstander of gangspilliederen, pomp-shanties en whaling-shanties.
In de shanties wordt het harde leven op zee bezongen zoals het slechte eten, de slechte toestand van het schip en de heimwee naar huis, maar ook naar de bezochte havens en het liefje dat achter gelaten was.
Nog steeds worden er nieuwe eigentijdse shanties gemaakt, waarbij rekening gehouden wordt met de handelingen aan boord en de ritmes, ze zijn gebaseerd op de structuur van de oude werkliederen met teksten die historisch gezien verantwoord zijn.
Tegenwoordig zijn er ook vrouw- of viswijvenkoren, die de onderdelen van de visvangst bezingen en het leven van de achtergebleven vrouwen aan de wal.