The Network of Intangible Cultural Heritage (ICH) shows the variety of cultural expressions that communities, groups or individuals themselves recognize as intangible cultural heritage. They have registered this ICH in the Network. The Dutch Centre for Intangible Cultural Heritage is therefore not responsible for the content of the description.

Description

Gabber is een Nederlandse jongeren subcultuur die in het begin jaren negentig van de 20e eeuw in Rotterdam is ontstaan. Gabber uit zich o.a. in kleding, dans, beeldtaal en muziek. Het woord gabber is te herleiden naar het Bargoens en betekent vriend of maat, en wordt door gabbers als een levensstijl ervaren: "a way of life".

Gabber heeft de afgelopen jaren ook buiten de gabber scene erkenning gekregen als uniek Nederlands culturueel fenomeen, met als hoogtepunt de vertoning van gabbers en de unieke hakke dans tijdens de halve finale van het Eurovisie Song Festival optreden van Joost Klein in 2024.

De gabber subcultuur heeft unieke onderscheidende visuele identiteit en is daardoor herkenbaar. De dress code is vaak een combinatie van enkele of alle van de volgende elementen, maar verandert ook met nieuwe generaties.

  • Haardracht: o.a. kaal geschoren, opgeschoren, eilandjes, paardenstaart. Dit is tegenwoordig (2024) een minder bepalende factor.
  • Jas: bomber jassen
  • Top: training jack (Australien, Cavello, 100% Hardcore), sport tops;
  • Bottom: trainingsbroek, spijkerbroek, joggers.
  • Schoenen Nike Air Max BW (a.k.a. Classics);
  • Overig: kleding afbeeldingen van favoriete artiesten, evenementen of platen labels.

De soundtrack van gabber zijn hardcore en de vele hardcore subgenres. Hardcore is begin jaren 90 onstaan vanuit een mix van  electronische muziek stromingen zoals acid, new beat, rave, techno en hip hop. Het is één van de hardere varianten binnen de house en dance muziek, vergelijkbaar met wat metal voor rock muziek is. Hardcore kenmerkt zich door overstuurde kickdrums en een overwegend hoog aantal beats per minuut (BPM): tussen de 160 en 180 BPM. Er zijn snellere en langzamere genres zoals doomcore en speedcore.

Waar gabber begin jaren negentig vooral een grootstedelijke jeugdcultuur was, is de subcultuur inmiddels niet meer gebonden aan één specifieke sociale klasse, regio of leeftijd. De populariteit is wel van de stad naar de provincie verplaatst. Gabbers, mensen die zich tot de gabbercultuur rekenen, zijn vaak onderdeel van een grotere vriendengroep met mede gabbers. De cultuur wordt via vrienden, familie, evenementen en doorgeven. Social-media en de erkenning van gabber als cultureel fenomeen spelen echter een steeds grotere rol bij de verspreiding van de cultuur.

Inmiddels heeft de subcultuur zich over de hele wereld gevestigd. Nederland wordt gevierd als geboorteland van de cultuur en speelt een belangrijke rol in het narratief rond gabber. Internationale gabbers dragen bijvoorbeeld oranje kleding, refererend naar de nationale kleur. Ook voetbalshirts van Nederlandse clubs zijn populair. Met name Feyenoord, refererend naar Rotterdam als thuishaven van de gabber cultuur, of kleding met opdruk van Nederlandse artiesten en platenlabels, bijvoorbeeld Rotterdam Records.

Gabbers van over de hele wereld komen naar Nederland om de cultuur in het mekka van de gabber te beleven. Festivals zoals Defqon-1, Dominator en Thunderdome zijn een paar voorbeelden van hardcore evenementen die duizenden internationale gabbers trekken. As echte gabber moet je minstens één keer bij een Nederlands hardcore festival geweest zijn.

De thematiek in de muziek en beeldtaal ondersteunt het extreme karakter van de muziek. Onderwerpen die voorbijkomen zijn bijvoorbeeld monsters, post-apocalyptische maatschappijen en het eind der tijden. Maar ook thema’s zoals het niet klein laten krijgen, het benadrukken van het wij-tegen-de-rest sentiment en het vieren van het leven komen veelvuldig voorbij.

De subcultuur is in zichzelf a-politiek: het draait om vermaak, gelijkgestemden vinden, dansen en individuele expressie. Maar zoals in de meeste jeugdsubculturen sijpelt politiek soms wel de cultuur binnen. In de eerste helft van het millennium waren er problemen met extreemrechtse incidenten. Het fenomeen Lonsdale-jeugd, vernoemd naar het kledingmerk dat tot het uniform van de tweede generatie gabber behoorde, werd een nationaal begrip. Het ging hier echter om acties van individuen, en niet om een subcultuur met een politiek gemotiveerde ideologie. In de huidige gabber scene lijkt politiek geen belangrijke rol te spelen.

De gabber subcultuur en muziek wordt inmiddels zowel in binnen als buitenland erkend als cultureel fenomeen. De afgelopen jaren heeft gabber buiten de scene veel aandacht gekregen, bijvoorbeeld in fotografie ('Planet Core', Postma, 2017) documentaires ('Thunderdome Never Dies', Alkemade & Holland, 2019), fictie film ('Hardcore Never dies', Taihuttu, 2023), literatuur ('Wat de fok ouwe', van Terphoven, 2020) en mode ('Never Sleep', Guerrini, 2011).

Contact

Boris Postma
Amsterdam
Netherlands