Representatieve Lijst van Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid
De meest bekende lijst van deze conventie is de Representatieve lijst van het Immaterieel Cultureel Erfgoed. Inmiddels zijn op deze lijst ruim 600 elementen van immaterieel erfgoed ingeschreven, uit alle delen van de wereld.
Het doel van de representatieve lijst is het beter zichtbaar maken van de wereldwijde diversiteit van het immaterieel erfgoed om zo het besef van het belang en de betekenis van immaterieel erfgoed in het algemeen te bevorderen. De Representatieve lijst is niet bedoeld als een lijst van topstukken, erkend als belangrijk voor de hele wereld. De lijst maakt slechts zichtbaar wat gemeenschappen, groepen en individuen belangrijk vinden en deze gemeenschappen een gevoel van identiteit en continuïteit geeft. De term ‘representatief’ wil niet zeggen dat het immaterieel erfgoed representatief moet zijn voor het immaterieel erfgoed in het betreffende land. De term ‘representatief’ verwijst naar de wereldwijde culturele diversiteit.
Voor alle Unescolijsten moet er een uitgebreid borgingsplan geschreven worden, met daarin borgingsacties die de gemeenschap, groep, of in een enkel geval individu, gaat ondernemen om het immaterieel erfgoed te borgen.
Voordrachten door het Koninkrijk Nederland
In december 2017 werd Ambacht van molenaar als eerste voordracht van Nederland bijgeschreven in de Representatieve Lijst van Immaterieel Erfgoed van de Mensheid.
In 2021 werden de Corsocultuur en Valkerij op de Representatieve Lijst geplaatst.
In 2023 werden Zomercarnaval Rotterdam en de multinationale voordracht in van Traditionele bevloeiing van grasland bijgeschreven op de Representatieve Lijst.
Beschermen en borgen
Daarnaast heeft Unesco een Lijst van Immaterieel Cultureel Erfgoed waarvan de bescherming dringend gewaarborgd moet worden. Voordrachten voor deze lijst dienen ook altijd vergezeld te worden van een uitgewerkt erfgoedzorgplan.
Tenslotte heeft Unesco een Register van goede voorbeeldpraktijken in het leven geroepen, waarin bijvoorbeeld concrete borgingstechnieken worden gedemonstreerd die anderen kunnen navolgen. België heeft voor dit register bijvoorbeeld de ludodiversiteit voorgedragen. Ludodiversiteit verwijst naar de grote verscheidenheid aan sporten en spelen, lichaamsoefeningen, dansen en acrobatieën die wereldwijd nog beoefend worden. De vzw Sportimonium neemt samen met lokale gemeenschappen en verenigingen initiatieven om dit erfgoed van sport en spel in Vlaanderen te borgen.
Voordragen voor de internationale lijsten
Alleen staten die het Unesco verdrag hebben ondertekend kunnen voordragen voor de internationale Unesco lijsten. Voorwaarde is wel dat het betreffende immaterieel erfgoed al op een inventaris van het land is ingeschreven.
Een voordracht voor één van de internationale lijsten gaat door middel van een voordrachtformulier, ondertekend door een officiële vertegenwoordiger van dat land, meestal de minister of anders de ambassadeur van het betreffende land bij Unesco. Als een land haar voordracht indient voor 15 maart van dat jaar, dan treedt de carrousel van evaluatie en beoordeling in werking. In het eerste jaar vindt de technische beoordeling plaats, in het daarop volgende jaar buigt de Evaluation Body zich over de voordracht. Aan het eind van het tweede jaar velt het Intergouvernementeel Comité haar oordeel en volgt al dan niet inschrijving.
Belangrijke rol voor de gemeenschappen
Belangrijke voorwaarde is dat de voordracht de instemming heeft van de dragers van het betreffende erfgoed en dat deze erfgoedgemeenschappen zijn betrokken bij de uitvoering van de borgingsmaatregelen.