Handgraveren is een verspanende techniek waarbij het metaal wordt weggehaald van het oppervlak van het voorwerp met behulp van snijgereedschap; de graveersteker of ook wel burijn genoemd. Hiermee worden er kleine subtiele inkervingen aangebracht.
Een graveur (uit het Grieks: grafein, schrijven) is een ambachtsman/vrouw die figuren, initialen of namen graveert. Met scherp gereedschap kerft de graveur in metalen of andere materialen in voorwerpen en verspaant.
Het belangrijkste gereedschap van de handgraveur is de burijn. In het moderne vakjargon wordt gesproken van een graveersteker en dat geeft de functie aardig weer. Een burijn is gemaakt van hard gereedschapstaal en het is mogelijk om hiermee groeven in allerlei metalen te snijden en het metaal te verspanen.
Voor de graveur is het noodzakelijk om een zo volledig mogelijke kennis van alle benodigde gereedschappen te hebben. Deze kennis is nodig als basiskennis om zijn beroep te kunnen beheersen. Het is tegenwoordig mogelijk om bijna al het gereedschap kant en klaar in te kunnen kopen. Het komt ook voor om het gereedschap zelf te moeten maken als bepaalde speciale werkzaamheden daarom vragen en het niet leverbaar is in de handel. Om vlot, efficiënt en zuiver te kunnen werken is het van belang dat het gereedschap in goede conditie is. In dit vak geldt zeker: Goed gereedschap is het halve werk!
Het handgraveerproces is onder te verdelen in ontwerpen, overbrengen van ontwerp op metaal (transfer), met burijn het ontwerp graveren in het metalen voorwerp cq verspanen, afwerking.
De wereld van het handgraveren is eigenlijk heel divers en breed zoals ook blijkt uit de geschiedenis en de ontwikkelingen. Handgraveurs kunnen werkzaam zijn voor de juwelierbranche, goudsmeden, zilversmeden, geweermakerij, stempel- en muntmakerij, horloge- en uurwerkmakerij, restauratie- en archeologie. Door de ontwikkelingen op laser gravure gebied en inzet van graveerapparaten is het handgraveren met uitsterven bedreigd doordat de traditie en cultuur achter het vakmanschap zich dreigt te verliezen.
De oorsprong van het beroep, de geschiedkundige ontwikkeling en de culturele betekenis zijn drie dingen waarvan men op de hoogte moet zijn om de betekenis van het graveren juist te kunnen beoordelen.
Sinds antieke tijden heeft de mens behoefte om op een of ander wijze zijn gevoelens te willen uiten. De eerste sporen van deze expressie vindt men ver weg terug in de geschiedenis van de mens. De primitiefste volkeren in de oertijd beschikten over verrassende kunstzinnige expressieve manieren om hun gevoelens en verhalen te uiten. De voorwerpen en voorstellingen uit hun omgeving legden zij vast door op rotswanden met behulp van spits gepunte harde stenen figuren in te kerven. Later werden o.a. gebruiksvoorwerpen die van leem werden gemaakt zoals potten, schalen, kannen, enz. met inkervingen versierd, waarschijnlijk met visgraten.
In de oudheid was graveren geen zelfstandig beroep. Omdat al deze ‘voorlopende’ vormen wel van betekenis zijn voor de kunstontwikkeling en letterkennis wordt dit wel beschouwd als een oorspronkelijke beginperiode van het graveren. In gevonden afbeeldingen en tekens vond men hoofdzakelijk: boodschappen en ook levensbeschrijvingen.
Er kwam een verandering in de beperkte hoeveelheid beschikbare materiaalsoorten tussen het steentijdperk en het metaaltijdperk circa 4000 jr. V. Chr. In oud aziatische vondsten vond men vele bewijzen gemaakt van goud en brons. De ontwikkeling van munten bracht een duidelijke eerste vorm van graveertechniek; stempelmaken.
Voordat Rome ontstond werd midden Italië bewoond door Etrusken. Ook daar werd een hoge kwaliteit metaalbewerking uitgevoerd en graveren toegepast. In de middeleeuwen (circa 750-1500 n. Chr.) waren kruistochten (circa 1100). Dat was een heel belangrijke periode voor de ontwikkeling van het graveren.
Toen de krijgsmannen pothelmen begonnen te dragen, werden tekens aangebracht op de schilden en wapenrustingen. De heraldiek of wapenkunde werd toen betekenisvol om onderscheid te kunnen maken tussen de personages op het veld. In deze fase ontwikkelde de zegel zich in heraldische stijl waardoor er ontwikkelingen ontstonden voor en van de goudsmid-graveurs.
De techniek van ambachtelijk handgraveren is wezenlijk onveranderd, maar de vraag naar met de hand gegraveerde objecten is afgenomen. In Nederland zijn er nog een aantal handgraveurs die op traditionele manier (kunnen) graveren.