‘Dookroll’n’ is het op kunstige wijze oprollen van een lange lap linnen in de vorm van een hart en twee rozen; de bloemen van de liefde. De linker roos is de blanke roos van de bruid, die reinheid, maagdelijkheid en deugdzaamheid symboliseert; de rechter is de rode roos van de bruidegom, die het vurige bloed en de passie van de man weergeeft. Een precisie karweitje dat nog maar weinig vrouwen onder de knie hebben. Gelukkig zijn er in Markelo nog vrouwen die dit kunnen. In de Schöppe worden nog regelmatig demonstraties ‘dookroll’n’ gegeven tijdens rondleidingen en in de zomer op donderdagmiddagen. In 1982 waren er nog elf dames die dat jaar in groepjes van twee de demonstraties in Eungs Schöppe verzorgden. Heden ten dage worden iedere twee jaar een groepje dames opgeleid om de kunst van het dook roll’n voor Markelo te behouden. De dames rollen geheel in stijl, vaak in boerenkledij, inclusief de witte polkamuts. Eens in de zoveel jaar moet het linnen (dook) gewassen en opnieuw gerold worden, voordat ze weer vele jaren voor de pronk het kabinet weer ingaan.
De manier van vouwen en rollen verschilt per buurtschap. In de Schöppe worden de linnen lappen van 1 el breed (58,7 cm) opgevouwen tot zes lagen en bij rijke boeren tot vier lagen. Daarna worden de lappen met scherpe vouwen, zig-zag opgevouwen tot een stapeltje. (opstapelen). Met behulp van een schaar en lint wordt het midden opgezocht. Vervolgens begint pas het eigenlijke dookrollen. Dit moet met enige kracht worden uitgevoerd om een mooie strakke rol te krijgen. Zo konden de boerinnen vroeger laten zien dat ze heel wat mans waren.
Tijdens het rollen begint de uiteindelijke vorm zich al duidelijk af te tekenen. Als het rollen gebeurd is, wordt er een lint omheen gebonden, om de vorm vast te houden. De rol moet nog even aangedrukt worden zodat deze aan de voorzijde mooi vlak wordt, door er met een vuist op te slaan (voesten) De vouwen aan het uiteinde zitten nog niet alle gelijk. Met behulp van een schaar worden de vouwen en de verschillende lagen verder aangescherpt. De rol is dan klaar en kan in het kabinet gelegd worden.
De manier zoals het linnen in de Schöppe wordt opgerold stelt symbolisch een hart en twee rozen voor. Ook bestaat er een manier om halverwege het rollen de rollen over te pakken zodat er twee rolletjes boven elkaar ontstaan, dus vier rolletjes in één rol, de zogenaamde kinderkopjes. Het rollen gebeurde altijd met twee vrouwen. Vroeger was het een erebaan die geliefde tantes en vriendelijke buurvrouwen maar wat graag uitoefenden, als ze daarvoor werden gevraagd. Het opgerolde linnen is te zien in het kabinet in de grote ‘kökken’ in het museum, maar ook nog bij veel boerderijen in Markelo. Het aantal rollen linnen gaf aan hoe welgesteld de boerin was en hoe bedreven zij was in handvaardigheid, omdat het linnen gemerkt was met haar geborduurde initialen. Hoe meer linnen, hoe meer aanzien. Het linnengoed in het kabinet was een stukje zichtbaar vermogen. Men was er zuinig op.
Bruidsschat
Het linnengoed was bij het huwelijk de inbreng van de bruid; de bruidegom bracht het boerenbedrijf in. Als de man bij zijn bruid op de boerderij 'introuwde, nam hìj het linnengoed, gevouwen door zijn zus(sen) mee. Aan het kant op de trouwsloop was te zien of dat het geval was, evenals bij de lintjes om de servetten in het kabinet. Deze waren dan lichtblauw van kleur, welke anders rood waren bij inbreng van de bruid.
Met de linnenuitzet werd de bruid in feite haar ouderlijk huis uitgezet.
Kiekevisite
Vol trots toonde de aanstaande bruid zo'n twee weken voor de bruiloft haar uitzet aan de oude en nieuwe buurvrouwen tijdens de 'kiekevisite'. Een avond die gewoonlijk werd afgesloten met het drinken van een 'rood' (bessenjenever). De buurvrouwen controleerden of de linnen rollen stevig waren en hoe breed (uitdrukking: 'het breed hebben') ze waren, om te constateren hoe vermogend de bruid was.
Inpakken van het kabinet
Na het inpakken van het kabinet werden de planken voorzien van kanten randjes. Voor het linnen werden de bruidspijp en het bruidsglas geplaatst, waar tijdens het boksenmoal (= inschrijving voor het huwelijk) boerenjongens werd gedronken (een glaasje met rozijnen en zoete brandewijn). Daarnaast staat de bijbel, een reukflesje en een karaf met twee borrelglaasjes, waaruit het 'rood' werd gedronken bij de kiekevisite.
Uit het allerfijnste linnen maakte de bruid het doodshemd voor haar man, voorzien van een zwart borduursel. Samen met het doodslaken kwam dit links in het kabinet te liggen, achter de stapel lakens (de Bijbel verwijst naar links als de plaats van het kwaad). De mindere kwaliteit werd gebruikt voor werkkleding, zoals een schort.