De nachtcultuur in Nederland is een dynamisch domein waarin verschillende makers en bezoekers samenkomen. Dj’s, muzikanten, kunstenaars, clubpersoneel en -eigenaren en dansende mensen verenigen zich in de nachtcultuur. Een cultureel fenomeen dat verweven is met, maar geen tak is van, de horecasector en dat ook niet valt onder de conventionele podiumkunsten.
Wat kenmerkt de nachtcultuur? Onder andere de vrije en spontane interactie tussen bezoeker en maker. Het publiek communiceert zijn oordeel over de muziek direct naar de dj's door wel of niet te dansen en de dj's bouwen in reactie op dat oordeel verder aan hun dj-set. Daarnaast is kruisbestuiving van verschillende uitingen kenmerkend voor de nachtcultuur, zoals wanneer mensen dansen op muziek gemaakt om nachtenlang te bewegen en de visuele (digitale) kunst van een VJ aanschouwen in samenhang met die muziek. Er is ruimte voor commerciële artiesten, maar ook voor experiment van onafhankelijke muzikanten. Kunstinstallaties zijn een onmisbaar onderdeel van de nachtcultuur, net als de fotografen die de nacht vastleggen, of grafisch ontwerpers die de posters ontwerpen. Al deze uitingen leiden tot collectieve ervaringen op de dansvloer: extase, ontlading, vrijheid en saamhorigheid.
De geschiedenis van de Nederlandse nachtcultuur zoals we die nu kennen gaat al meer dan dertig jaar terug. In 1988 waaide de House uit Chicago over. De Vlaamse dj Eddy de Clercq zou de eerste zijn die in Nederland deze elektronische hardere muziek kocht om vervolgens te draaien in de Amsterdamse club De RoXY; een plek van legendarische status in de nachtcultuur. Maar ook op destijds illegale feesten in verlaten loodsen ontstond steeds meer sympathie voor deze manier van uitgaan: nachten lang dansen op repetitieve nummers, gemaakt met synthesizers en drumcomputers. Tegelijkertijd dansten ze in Rotterdam op de bubbling van dj Moortje: versneld afgespeelde Caribische en Latijns-Amerikaanse muziek. Eindhoven werd een hotspot voor techno feesten, Rotterdam werd de hotspot voor gabberfeesten. En ook de duistere 'west coast' sound van Den Haag past hier op het lijstje. Onderling hebben deze steden elkaar altijd beïnvloed en tot op heden reist het dansend publiek heel het land af om te genieten van de Nederlandse nacht.
Samen nemen de beoefenaars deel aan immaterieel erfgoed dat toegankelijk is met veel ruimte voor diversiteit en daardoor dynamisch en onderhevig aan maatschappelijke veranderingen. Elk jaar is er een nieuwe aanwas van bezoekers, artiesten, organisatoren, ondernemers en medewerkers die met hun persoonlijke smaak, stijl en ervaringen een stempel drukken op de nachtcultuur. Dat kan vanwege het hybride en laagdrempelige karakter: activisme, kunst, underground en commercie komen samen. De nachtcultuur trekt juist tegencultuur aan vanuit alle lagen, mensen met een gemarginaliseerde identiteit kunnen in de nacht zichzelf zijn. Ondanks de vele stromingen en subculturen, heerst er een gevoel van saamhorigheid op de dansvloer door de collectieve beleving van de muziek.